Laatste wijziging: 03.02.2002
Inleiding
Land en volk
Rome steunde op de arbeid van deze mensen die
afkomstig waren uit allerlei landen. Zij vervulden de beroepen van
pottenbakkers, goudsmeden en schoenmakers. Dankzij deze slavenarbeid kreeg Rome
een slechte naam want de slaven werden alles behalve goed behandeld. Ze werden
op openbare markten verkocht waarop de slaven naakt moesten verschijnen.
Families werden zonder meer uit elkaar gehaald. Maar als ze een beroep mochten
uitoefenen hadden ze geluk gehad want dat was nog altijd beter dan als gladiator
in één van de arena's verschijnen. Gladiatorengevechten en andere festijnen
waren nodig om het volk zoet te houden. Een groot deel van het volk was dankzij
de slaven werkloos en ze moesten toch wat doen. De keizer zorgde voor het eten.
Hij liet gratis graan uitdelen.
De rijken hielden zich hier niet mee bezig. Als het te warm was vertrokken ze naar hun villa's in de heuvels. Dit waren prachtige gebouwen compleet met zuilengangen.
Buiten dit deel van het volk was er ook nog het
leger. Elke man van 17 tot 46 werd geacht in het leger te verschijnen als dat
nodig was en dat was vaak nodig
want Rome had vele vijanden. Het leger was erg bedreven in krijgskunde en stond
bekend om zijn dicipline. Ze wonnen dan ook vele
oorlogen.
Godsdienst
Het christendom kreeg steeds meer voet op Romeinse
bodem. De eerste christenen in Rome spraken Grieks. Dat bleef ook lange tijd de
taal van de christelijke gemeente. Het christendom werd vervolgd en bekend zijn
de moorden op de christenen in de arena. Pas onder Constantijn de Grote werd het
meer geaccepteerd.
Geschiedenis
In eerste instantie was Rome niet meer dan een
dorp dat leefde van de landbouw.
Het dorp werd geregeerd door koningen. In de loop van de jaren werden de
eenvoudige rieten huisjes van de boeren afgebroken en vervangen door stenen
gebouwen. Dit proces zorgde ervoor dat Rome steeds meer op een stad ging
lijken.
In de loop der tijd verrezen prachtige gebouwen en
op de heuvel de Palatijn verschenen de paleizen van de keizers. Zij hebben niet
altijd in Rome geregeerd. Nadat de
(buitenlandse) koningen waren verjaagd werd Rome een aristocratische republiek.
Door verschillende bondgenootschappen met omringende landen en een aantal
bloedige oorlogen wist Rome haar grondgebied steeds meer uit te breiden. Het
totale gebied omvatte maar liefst 5 miljoen vierkante kilometer en bevatte
landen als Egypte, Brittanië en Spanje. Beroemd is de strijd om Carthago waarbij
de Romeinen de onverschrokken Hannibal tegen zich kregen. In eerste instantie
was Hannibal constant aan de winnende hand. Veel vroegere Romeinse bondgenoten
kozen zijn zijde. Maar het tij keerde. In 200 voor Christus werd Carthago
verpletterend verslagen. Hannibal voerde er nog enige jaren het bewind maar de
Romeinen hadden het op hem voorzien en hij moest vluchten. In 183, vlak voor hij
aan zijn vijanden werd uitgeleverd, pleegde hij
zelfmoord.
Het gedrag van Nero en zijn collega's had zijn
weerslag op het volk. De morele standaard zakte diep en het gezag werd
ondermijnd. Het kon dan ook niet uitblijven; langzaam maar zeker raakte het
gigantische rijk in verval. Er kwamen invallen van buitenaf. In 410 werd Rome
door de Goten overvallen. De stad werd leeggeplunderd en totaal ontredderd
achtergelaten. Ook van de beroemde Atilla de Hun had Rome veel te verduren. Ze
moesten hem belasting betalen maar ze konden hem weren. Steeds meer landen
maakten zich los van het rijk, net zo lang tot er van het totaal verzwakte Rome
niet veel meer over was dan het huidige Italië, dat totaal verarmd was. Er kwam
geen nieuwe keizer: het Romeinse rijk was voorgoed
verdwenen.
Ook Jezus werd blootgesteld aan de Romeinse
wreedheden. De kruisdood was een geliefde straf. Pontius Pilatus, degene die
Jezus naar Golgotha stuurde, was niet meer dan een speelbal van de, op dat
moment, bekwaam regerende keizer Tiberius. Christenen houden het erop dat de
laffe Pilatus, om zijn eigen hachje te redden, Jezus laat kruisigen. Een dood
waaraan hij onschuldig is. De Joodse leiders hebben hun zin en zullen niet gaan
klagen bij Tiberius. Maar er kan een diepere oorzaak zijn. Pilatus was een
Romeinse realist. De wet was voor hem alleen geldig als die de staat niet
schond. Als hij Jezus zou vrijlaten zou er een opstand komen. Voor één mens
zouden dan duizenden mensen sterven en Pilatus had dan Israël boven Rome
verkozen.
Rome heeft een grote invloed gehad op de gebeurtenissen in de Bijbel, meer dan elke andere wereldmacht. Na de val van Rome is er geen wereldmacht meer gekomen die dat heeft kunnen evenaren.
Annemieke van de Westelaken
http://www.lamplicht.nl/rome.htm